Life loggen bij de Hema.
Ik was bij de Hema. Eigenlijk wilde ik naar het panorama van Mesdag. Dat had ik mezelf ergens deze week, toen ik slapeloos zat te surfen ‘s nachts beloofd. Om op te fleuren. (Wat je al niet verzint in het holst van de nacht!) Maar het was zulk grauw weer. En het panorama van Mesdag moet je niet doen met grauw weer. Dat maakt alles alleen maar erger.
Dus werd het de Hema. Hema is goed. Ik kan dat niet uitleggen. Het is eenvoudig, ik vind er altijd wat ik nodig heb, maar vooral heeft de Hema geen kapsones. Al toen ik heel jong was merkte ik dat je mensen had die zich er op voorstonden dat ze een Bijenkorfpas hadden. Die ermee uitsloofden dat ze hun spulletjes bij de Bijenkorf haalden. Ik heb dat nooit begrepen. Ik vind de Bijenkorf duur en exclusiviteit een gotspe in het tijdperk van de technische reproduceerbaarheid. Nou ja, dat sommige mensen met liefde 15 euro voor een eiersnijder neertellen moeten ze natuurlijk zelf weten, maar ik wil er niks mee te maken hebben.
Maar goed. Ik was dus bij de Hema en ging in het restaurant een kop koffie drinken. Ik zat aan een tafeltje bij het raam. Na een tijdje schoof een dame van middelbare leeftijd bij me aan. Of deze plek vrij was. Maar ze zat al bijna.
Ja, hoor zeg ik glimlachend mijn eenkennigheid verbijtend. Ze steekt gelijk van wal. Ik probeer haar de mond te snoeren door een minimum aan feedback. Maar ze is eigenlijk best aardig. Leuk ook. Ze maakt grapjes, en lacht een angstaanjagende rokerslach. Je hoort de bronchieën ruisen. Binnen een kwartier weet ik alles. Burgerlijke staat. Aantal kinderen, beknopte levensloop. Ondertussen vraag ik me af hoeveel anders het is. Als je een gesproken weblog hebt bedoel ik.
Misheard lyrics.
Gisteren werd ik wakker van een liedje dat ik tot diep in mijn volwassenheid verkeerd verstond. Dat je op een dag zo’n liedje lekker mee zit te zingen, en dat je gezelschap dan begint te brullen van de lach. Haha, wat zing jij nou?! En dan moet je het nog een keer herhalen ook! Met schaamrood op de kaken natuurlijk. Vandaag hoorde ik er weer één.
De liedjes? Kijken of u het kunt raden:
1. lala..the devil in the sky
2. naanananaa.. but I dind’t shoot the death into him
Dan ga ik nu even kijken of ze hier voorkomen
De wekker zegt 02.44.
Alle teeveeprogramma’s zijn op. Er is alleen nog vieze telsell. Het zijn geile meiden. Ze trekken rare pruilmondjes. Terwijl ze in hun tepels knijpen. Oh ja, kreunen die meiden. O, nee kreun ik terug.
Was het nou maar zo’n handige verpakkingsset. Waarin je heel je huishouden vacuum kunt zuigen. “Kijk”, zegt de mevrouw met de bevroren glimlach, “alles in één magische handomdraai”. En ze schuift het hele geval, hup, zo onder mijn bed. Wat zou ik slapen. Als een roos!
Kameleontische zeekomkommer.
Ze worden beter. Uitgewerkter, meer ding ipv dingetjes. Maar daarmee groeien ze ook uit die Schatten uit Zee vitrine. Nou ja, zo’n vitrine moet een beetje vol staan, hè. Het moet een verzameling lijken. Of zijn, want dat is uiteindelijk misschien wel hetzelfde.
Ik heb nu al zin in het volgende, themaloze werk. Elke expositie moet tegenwoordig een thema hebben. En daar pas je dan bij. Of niet. Zo zit ik de ene maand in de Schatten uit Zee en de volgende maand bij een Afval-kunst-spoor-route dinges in Amsterdam. Ja, dat lijkt ver uiteen te liggen maar ik ben er voor gevraagd toen iemand een verscheurde belastingenvelop van me kocht uit de winkel.
Het enige probleem is het overstappen. Zit ik tot mijn oren in de klei moet ik ineens overschakelen op afval. Pff, Pessoa had het maar makkelijk!
Update:
De update van Mijn zus en ik is ook klaar. Deze keer de onderwerpen pa en koelkast. De bijdrage van mijn zus is vrolijk als altijd, maar de mijne is een beetje dramatisch geloof ik. Al mijn kruit verschoten op het hogedrukspuittekstje zeker. Dat ik bij nader inzien ook nog ‘s veel minder leuk vind dan vanmorgen. Mm. Misschien heb ik gewoon een slechte bui. Kan ik beter even een dutje gaan doen. Of mijn stoep gaan boenen. Met een straatbezem en een emmer water. Zwiep zwiep.
De buurtkärcher.
Het Grote Stoepschoonmaak Gebeuren is weer begonnen. Vanmorgen om nog geen tien uur hoorde ik ‘m starten: de buurtkärcher. Het begint altijd bij de familie de W..
Meneer de W. wordt aangestuurd door zijn vrouw. Dat hoor je aan het geluid van de hogedrukspuit. Nou ja hoge druk…. Het is zo’n ding met een hoge druk van lik me vessie.
Het schoonmaken van twee meter stoep duurt een halve middag. En de buurman wordt steeds chagrijniger, dat hoor je aan dat ding. Jengeljengeljengel.
Morgen is de buurman links aan de beurt. En volgende week gaat ie weer een deurtje verder. Zit je weken lang met dat gejengel door je open ramen. Je zou bijna een comitee oprichten: Elke Buur Zijn Eigen Hogedrukspuit!
Het pinksterweekend kan dan uitgeroepen worden tot Nationale Stoepschoonmaakdagen. Met z’n allen lekker jengelen. Wat een geweldig kabaal zal dat geven!
En ik ben nog niet eens 45!
Gisteren mijn eerste weblogger ontmoet. Toevallig hoor, bij de bespreking van de week van de zee. Die trouwens best leuk gaat worden.
Nadat we allemaal hadden verteld wat onze plannen waren kwamen de ditjes en de datjes. Ook het pistool uit de buik kwam ter sprake. Natuurlijk kwam het ter sprake. Iemand zei dat het zou verschrompelen. En dat ze dan Oil of Olaz zou moeten gebruiken. Hahaha. Er werd een snelle blik op mij geworpen. En een al even snel besluit genomen om dat onderwerp niet verder uit te diepen. Verder was het heel leuk.
Niet om de knikkers, maar om de glorie.
Mijn knikkers had ik nooit allemaal bij me. Ik zocht de minst begeerlijke uit, en een paar vijftellers waar toch al stukjes af waren en stopte ze in een washand.
De tegenstander monsterde me. Bekeek me van top tot teen, inspecteerde mijn knikkerzakje en besloot dat ik een eitje was.
Het kiezen van de pot ging in overleg. Ah, wat een geweldig oog voor spleten in de stoep! Ik sprak de juiste termen, wist hoe je een pot moest inspecteren, de loop er naar toe. Dat zoiets verloren gaat. Zonde!
Volgde het marchanderen om de hoeveelheid, en het vergelijken van de straatwaarde. Het waren wel allemaal ééntellers, maar de ene éénteller is de andere niet, dat begrijpt u.
En wie het eerste ging. Ik riep meestal gauw: Letst voor goed en bloed! Want ik ben geen type voor de aanval.
Dat hele voorspel was minstens zo leuk en belangrijk als het knikkeren zelf. Maar niet zo spannend. Want de spanning kon hoog oplopen, als je er vier op had. Als je tegenstander net niet alles erin had. En jij een laatste kans. Die glorie, als die moeilijke laatste knikker erin ging en je gauw, gauw die pot leeggriste. Ah!
Kiespijn. Lachen. Boer.
In het begin schreef ik hoe doodeng ik het vond om hier wat neer te zetten. Ik durfde amper op die verzendknop te drukken. Inmiddels gaat het veel beter. Al maak ik me wel een beetje bezorgd over de inhoud van de tekstjes. Het gaat er per dag op achteruit, hier op Zeekomkommer. Eerst zat ik er heel lang over te doen allemaal. Nu zet ik er hup, zomaar wat op. Ja, dat gaat wel ten koste van de kwaliteit natuurlijk. Het lijkt wel de Libelle!
Maar wat er eigenlijk als een steen op mijn hart ligt, als een dooie vis in mijn buik, daar heb ik het nooit over. Wie gaat er nou online verslag uit zitten brengen van het ontsporen van haar zoon? Nou dan!
Ik wil juist dat het hier een beetje gezellig is, flauw geleuter over onschuldige probleempjes. Dingen die niet bestaan, of die misschien wel bestaan maar die je op kunt lossen. Snappu?
En of u dus maar een beetje mee wil werken. Niet te zwaar tillen aan de praatjes. Dat doe ik ook niet. Ik wil dat het hier vederlicht is. Niet om aan te zien zo oppervlakkig. Dat je d’r kiespijn van krijgt zo zoet.
Plaagvet.
Vandaag. Heb ik gekocht. Een broek, een shirt en twee vesten. En bijna had ik nog een broek.
Ik had hem gepast bij C&A, maar het was nogal een meisjesding. Heel leuk, met lengtestrepen op de pijpen en een tricot tailleband. Maar wel een beetje laag op de heup. Dus ik twijfelde. Gelukkig kon N. een halfuurtje vrijmaken om te komen kijken. Nou ja gelukkig… De broek is afgekeurd. Niet alleen omdat ik er te oud voor ben, maar hij vond ook, ineens, mijn buik te dik.
Tssk! Maar ik weet wel hoe het komt hoor. Hij gaat sinds een paar weken naar de zonnebank. En nou heeft hij zo’n hele bruine buik. Dat heeft ie normaal nooit, hij is het type dat onder alle omstandigheden zijn shirt aanhoudt. Van de week viel het ineens erg op, die bruine buik. En ik moest er om lachen. Haha, zei ik, je hebt echt zo’n dikke bruine proletenbuik. Tja, dat was ik vanmiddag even vergeten…..
Nog meer goed nieuws.
De nieuwe website van Werkplaats Maanzicht is af. Maanzicht is het minikunstenaarscollectief waarvan ik de penningmeester ben. Dat moest ik worden omdat ik zo goed met geld om kan gaan. Vonden ze. Haha, ze moesten eens weten hoe rommelig mijn administratie is.
Reisje.
Vannacht zat ik in het vliegtuig voor een reisje naar Kreta. Maar het ding kwam niet van de grond. Bleef eindeloos rijden, vond steeds weer nieuwe langerekte paden. En het waren geen startbanen, maar weggetjes van rode opgedroogde modder.
Het spijt me van die dromen. Ik wou zelf ook wel dat ze leuker waren. Daarom even wat anders. Voor een tentoonstelling ben ik bezig met het volgende:
Na een hele poos zoeken en kloten heb ik nu eindelijk het gevoel dat het ergens naar toe gaat.
Zo. Want ik laat me niet kisten! Door een paar rotdromen (en ook niet door de oorzaken ervan. Tss!).
Webloggersbivak.
Het is een vreemde tegenstelling. Open en bloot, te zien in de wijde omtrek, en tegelijkertijd hermetisch gesloten. Vooral de fier geplante vlag - mijn terrein! - spreekt tot de verbeelding. Een uitstekende locatie voor een zeekomkommer….
Huishoudelijke mededeling:
De wekelijkse update van Mijn zus en ik zal deze week plaats vinden op zondag. En dat komt omdat ik ook wel eens wat anders te doen heb. En omdat het mooi weer is en ik straks lekker naar buiten wil. En omdat ik vind dat je een zaterdagse update heus wel eens op zondag mag doen.
(Zo, en nu hop, hop, allemaal naar buiten!)
Update: Ze staan er weer in hoor. De nieuwe onderwerpen. Deze week over opknappers en afknappers enzo. Nu nog even een rondje maken, en dan als de sodemieter naar bed!
Dus u heeft liever een schoonmaakstukje?
Schort voor, mouwen hoog opgestroopt, stond ik op een stoel aan het aanrecht. De twee goudvissen zaten zolang in de afwasteil. Ik had er zin in. De kom werd omzichtig uitgesopt. De steentjes, rood, geel en blauw, poetste ik zowat per stuk. Helemaal op dreef, besloot ik ook werk van de rest te maken. De plantjes spoelde ik langdurig uit onder stromend water. En werden die vissen eigenlijk wel eens gewassen? Ik probeerde ze te pakken te krijgen, wat niet lukte. Maar als ik ze steeds tussen mijn handen door liet glippen werden ze ook vast schoon.
Na een hele poos was ik klaar. De brandschone vissenkom weer op zijn plek. Alles was dik in orde. Ik genoot van het resultaat van mijn inspanningen. Totdat mijn moeder mijn werk eens ging bewonderen en zich afvroeg waarom die vissen ineens zo sloom waren. Ook de anderen, die er altijd als de kippen bij waren als er wat te beleven viel, inspecteerden de vissekom. Ze zwommen allengs lustelozer. Wat ik er in godsnaam mee gedaan had?
Schoorvoetend moest ik bekennen dat ik de vissen gewassen had. Met afwasmiddel. Een uur later waren de vissen dood.
Op locatie.
Gisteren naar A’dam geweest om de locatie te bekijken. Dat doe ik nogal eens de laatste tijd, locaties bekijken. (Op zich is dat een goed teken, maar ja, de kwaliteit van die locaties he…)
We waren met een groepje waarvan ik van minstens twee mensen de moeder had kunnen zijn. En de rest zat dichter bij die twee dan bij mij in leeftijd. Maar ik heb me kranig gehouden, en van ze genoten, stiekem.
Met name van Daan die, net van de academie af, vol ondeugende plannen zit. En die soms een kwispelende staart heeft. Daan maakt twee foto’s van walnoten. De ene heeft hij zorgvuldig leeggepeuterd en weer dichtgeplakt, de andere is intact gebleven. Maar dat kun je op de foto’s niet zien natuurlijk. En hij maakt liedjes voor de verjaardag van zijn vrienden. Daan is tof!
Een stukje over het huishouden dan maar.
Verleden week deed Merel een onderzoekje naar het stofzuiggedrag van haar lezertjes. Nou dat is niet best, zeg! De een is nog viezer dan de ander, en als ze wel netjes zijn hebben ze er een vrouw voor die ze ‘poets’ noemen. Volgens mij kunnen mensen van na de oorlog niet meer huishouden. Allemaal luie sodemieters zijn het.
Nee, dan mijn moeder. Die had zes kinderen en deed elke dag de boel. Eerst boven, alle ramen open, pyamaatjes opvouwen bedden opmaken. Nee, niet rechttrekken, opmaken. Dan met de zwabber er doorheen, die werd met een moooie draaiende beweging uit het raam uitgeklopt.
Dan naar beneden. Verzamelen van de rommel die acht mensen nu eenmaal maken. Ontbijtboel doen. Stoffen, met de mooi gele doeken, die ook uit het raam werden uitgeklopt, trouwens. Dan hop, hop de stofzuiger erdoorheen.
Daarna ging de radio aan. Om half elf had je dat leuke koffieliedje. De geur van koffie trok door het schone huis. Amper elf uur in de ochtend, en zij was klaar!
Vooruitgang.
In een hoek van de kamer stond een man. Hij mompelde onverstaanbare dingen. Maar hij was niet lastig: toen ik vroeg of hij alsjeblief weg wilde gaan deed hij dat meteen. Uit de radio kwamen onheilspellende geluiden. Ik deed het licht aan, maar dat werkte niet. Ik dacht dat ik weer zo’n rotdroom had. Dat het nu maar eens afgelopen moest zijn!
En toen gebeurde het. Het licht floepte alsnog aan, en op de radio klonk een geruststellend liedje. Waar het verder allemaal over ging weet ik niet meer hoor. Kennelijk ben ik zo iemand die alleen de vervelende dingen onthoud.
Bloedstollend saai.
Hier stond een stukje. Dat heb ik weggehaald. Dat mag. Ik zie het soms ook bij anderen. Sommigen vertellen dat heel omstandig, met het hoe en waarom. Anderen halen zwijgend hun verhaaltje weg, zodat je je afvraagt of er nou eerst wat stond of niet.
Het ging over een film. Uzak. Een absolute prijswinner. Maar hij was saai. Er gebeurde niks, niemand zei wat. En er viel niets te lachen.
Hij wordt aangeprezen om zijn levensechtheid en de prachtige beelden. Dat laatste klopt. Hij is mooi, fraaie beelden van Istanbul. Goeie acteurs ook, dat kan ik niet ontkennen. En zelfs het thema was interessant: de niet zo heel erg geslaagde levens van twee doodgewone mannen.
Maar ik verveelde me zo. En ik vroeg me af: Waar komt dat toch vandaan? Dat mensen denken dat als iets letterlijk is dat het dan echter is, dan wanneer je een stijlfiguur of lekkere metafoor gebruikt? Dat de film zich letterlijk voort moet slepen om het idee van slepen over te brengen? Dat een film letterlijk doods moet zijn om de doodsheid van ‘s mans leven uit te beelden?
Maar het zal wel aan mij liggen, want de recensies zijn alom lovend. Gewoon gaan kijken dus, en niet op mij letten.
Hebbie ze weer….
Die van Mijn zus en ik. Deze keer behalve de sportzus (met de atletische hand) ook van onderen (maakt rare indruk als je ‘t zo leest, maar is heus een fatsoenlijk onderwerp) en pasen. Die laatste was te verwachten natuurlijk. Zo’n soort website is het wel.
Paasvraag
Spiegelei is maar een rare naam. Eigenlijk. Daar hadden we het over. Rare namen voor gebakken eieren, en hoe je je als kind daarover verwonderde. Nou, en dan was dat al gek, helemaal raar vond ik het dat de conducteur van de trein ook een spiegelei had. Dat staat me nog heel goed voor de geest. Dat ik dat las, en me afvroeg wat een treinconducteur nou met een gebakken ei op het station liep te doen.
“Ja, verdomd”, zei N. “die hadden vroeger zo’n spiegelei. Sinds wanneer zou dat eigenlijk afgeschaft zijn?”.
Want dat hebben ze een keer weggemoffeld natuurlijk, dat malle bordje. Misschien is er wel een staking geweest. Van boze conducteurs die niet meer voor gek wilden lopen met zo’n speelgoedding. Of misschien is het wel wegbezuinigd, mochten ze kiezen: de fluit of het bord. Tja, dan zou ik ook voor de fluit gekozen hebben. Dat is tenminste nog een gebaar, een soort kracht heeft dat. Opgebolde wangen, krachtige luchtstoot. Nee dan dat laffe bordje, straalt niks uit, je krijgt er alleen maar een lamme arm van. Hup, weg ermee! Maar wanneer?
Nou, wie het weet mag het zeggen…...
Paar dingen die ik beter niet kan doen:
#Beschuit en muisjes kopen en dan bij de thee het halve pak leeg eten.
#Stukjes op zeekomkommer zetten omdat ik perse stukjes op zeekomkommer wil zetten.
#Enthousiast ergens op in gaan voordat ik het addertje ontdekt heb.
Waarbij opgemerkt dat ik in sommige dingen tamelijk hardleers ben…..
Even naar de hoek.
Naar Hoek van Holland vandaag. En het is droog! Ik hoop dat het zo blijft, dan kan ik ook nog even naar het strand. Ik heb wel zin in een strandwandeling op een leeg strand en een lekkere kop koffie in een al even lege strandtent.
Dat herinnert me aan vriendje R., de nieuwe jongen uit onze klas. De knapste bovendien. Die nam me mee naar het strand, hartje winter, achterop de brommer. En daar had je zo’n schitterende ouwe strandtent met in het midden een grote ronde houtkachel. Daar zaten we dan, hele middagen. We aten soep met brood en kletsten wat af, nou ja, hij kletste wat af, en ik zat vol adoratie te luisteren.
Het is tussen ons nooit veel geworden, en dat lag aan hem. Later heeft hij daar nog wel spijt van gekregen natuurlijk, maar toen was het te laat, ha! Vreemd genoeg zie ik hem eens in de zoveel jaar nog eens. En hij kijkt dan alsof hij er nog steeds spijt van heeft.
(Maar dat kan ook zijn gezichtsuitdrukking zijn. Sommige mensen hebben dat, die kijken of ze voortdurend ergens spijt van hebben.)
Inteelt.
Als Actie je vraagt haar kind te worden zeg je natuurlijk geen nee. Zo’n aanbod grijp je met al je handen en voeten aan. En dus ben ik nu lid van het geheime genootschap dat Breedster heet. Wat volkomen onbelangrijk voor u is, ik weet het. Ware het niet dat ik een paar eitjes in de aanbieding heb. Liefhebbers?
(Ja, persoonlijk gevraagd worden is natuurlijk leuker, maar ik weet van een heleboel mensen geen emailadres. En het is nog altijd beter dan een eitje kopen, nietwaar?)
Silly.
Omdat het hier vooral gezellig moet blijven, en ik weer zo’n achterlijke droom had neem ik u vandaag mee naar de wondere wereld van Silly Putty. Het blijkt al meer dan 50 jaar te bestaan. En ik dacht dat het uit mijn tijd was. (Dat heb ik wel vaker. Alsof er voor mij niks bestond…)
Was het op de ster geweest bij Joris Driepinter? Of kenden we het uit de Donald Duck? Ik weet het niet meer, maar we wilden het allemaal hebben. Silly Putty het wonderspul. Dat kon stuiteren als een bal, dat je uit kon rekken als kauwgum, en dat altijd weer in perfecte staat terug te brengen was.
U begrijpt dat de teleurstelling groot was. O, het was best leuk hoor, maar de wonderen bleven uit. Het was mijn eerste kennismaking met het soort enthousiasme dat zo kenmerkend is voor Amerikanen die wat te verkopen hebben. Of het nou producten zijn, of leugens. Of allebei.
Verslaap ik me ook ‘s….
Naast de voordeur hing een bord: onbewoonbaar verklaarde woning. Voor het raam hingen dekens, en nog kwam er wind doorheen. Ik woonde zo’n beetje op het bed. Op een tafeltje stond een kleine televisie. Met google kon je daar programma’s op zoeken. Verder was er niet veel in het huis. Kale houten vloeren, vuile wanden en ongetwijfeld ook een klein goor keukentje.
Ergens halverwege begon ik naar de wekker te verlangen. Dan droomde ik weer verder, dat ik mijn zoon kwijt was. Dat hij weer terug was. Het duurde en duurde. De wekker ging maar niet af. Ineens schrok ik wakker. Uren te laat. En ik ben nog nooit zo moe opgestaan.
Allemaal naar de bioscoop!
We waren naar de film. Aan het eind ging er een golf van ontzetting door de zaal. Er werd hevig geslikt en gesnufd, maar toen het licht aan ging had iedereen zich weer keurig in de hand. Behalve ik. Of dat een aanbeveling is weet ik niet, maar als ik u was zou ik hem gaan zien.
Io non ho paura
De toon.
Als je een praatje met de buurvrouw maakt ga je natuurlijk niet een half uur in de keuken staan oefenen hoe je zal vertellen dat je vanochtend met hoofdpijn wakker werd. Toch is dat precies wat hier vaak wel gebeurt. De belevenissen zijn simpel. Hier wordt geen literatuur gebakken maar doodeenvoudige kletspraatjes voor bij de waslijn. Waarom dan toch zo lang gezocht naar de juiste woorden? Ik weet het wel, het is een zoeken naar de juiste toon. Gisteren las ik daar iets over. Eerst moest ik er erg om lachen, maar gaandeweg werd het ernst en was ik er van onder de indruk.
Een man is om een of andere reden in zijn tuin en voorziet een gesprek met de buurman. Hij heeft er niet zo’n zin in. Geen goede ervaringen mee, voorziet al een heel scenario over hoe het gesprek zal verlopen. Uiteindelijk komt hij tot de volgende gedachte:
De toon. Het is heel lastig die precies te pakken. Een verkeerde toon kan een heel leven kapotmaken. Het is verschrikkelijk als je daaraan denkt. Meer dan verschrikkelijk. Dodelijk. Je vraagt je soms af waar mensen aan sterven. Er is geen verklaring voor, niemand begrijpt het, iedereen noemt het een raadsel. Ze gaan dood aan hun toon. Ze hadden vanaf het begin niet de juiste toon te pakken. De toon. Dat is essentieel.
Robert Pinget - Iemand
Eigenlijk vind ik dat je op je HTK-log bij voorkeur je eigen teksten moet zetten, hoe onbeholpen ook. Maar soms lees je iets, dat eigenlijk al heel de tijd in je eigen hoofd klaar lag, wat je niet goed wist te verwoorden. En dan ineens staat het daar. Alle woorden op de juiste plek, zodat het eindelijk je hoofd uit kan. Pinget zei wat ik dacht. Maar dan beter.
Hardlopers zijn…..
Mijn zus gaat vandaag de trimloop (10 kilometer) doen. In Marathon-Rotterdam. En ik, jaloerse kip, ga aan de zijlijn staan juichen.
(En foto’s maken, zodat ze volgende week in het zussending kunnen. Onder het hoofdstuk ‘sport’ ofzo. Hoe dat dan met mijn sportieve prestaties moet zien we dan wel weer. Is loggen ook een sport misschien?)
Update: Daar gaat ze, bijna op de helft maar nog zo fris als een hoentje. Ik daarentegen sta te blauwbekken in de wind en ben scheel van het turen naar honderden hardlopers. Ik moet haar van te voren zien te spotten, en dan gauw de camera aanzetten want het duurt bijna twee hele secondes voor het lensje naar buiten gedraaid is. Wat een gedoe man. Ja, ja, daar is ze, vlug! Ik heb niet eens tijd om te juichen, richt snel de camera: klik! En nou maar hopen dat er wat op staat…...
Einde oefening.
Zo, en nou ga ik naar bed. Dat gaat je niet in de kouwe kleren zitten zeg. Een beetje het spook uithangen en gemene dingen zeggen. Morgen weer gewoon m’n ouwe zelluf!
Vals (een oefening).
Het stukje over mijn behaagziekte heeft gewerkt. Ik kreeg gelijk kritiek. Van Koen H.. Ik blij natuurlijk. Zo, dacht ik, nou gaan de spetters d´r af vliegen hier.
Wat een teleurstelling als je dan zo’n website bezoekt. Nergens staat iets in grote neon-letters aangekondigd, zodat je maar een beetje in het duister zit te klikken. De helft van de tijd krijg je niks te zien of dingen die minder dan half af zijn. Uit een onsamenhangende berg informatie heb ik het volgende weten te destilleren: Meneer H. is vader van twee kinderen en speelt graag niet voor DJ in obscure gelegenheden.
Pfff. Krijg je ook eens kritiek, is het gewoon de kift!
|