Zaterdagse zussendingen.
Oef! De update van mijn zus en ik is toch weer gelukt. Wat wel steeds moeilijker wordt is om jezelf niet te herhalen. Soms merk ik dat ik iets al eerder bijna letterlijk zo opgeschreven heb. Misschien doe ik dat wel wel heel vaak, maar als ik het vergeten ben, dan weet ik dat natuurlijk niet meer.
Ik weet in ieder geval zeker dat we het nog niet eerder over prikkeldraad hadden. Kan me ook niet voorstellen dat we het al eens over de zelfontspanner gehad hebben. Is niet mijn favoriete ding.
Van de krant echter weet ik het nog zo net niet. Er staat me in ieder geval niets van bij. Er staat vast niemand iets van bij. En als niemand zich iets nog herinnert, dan bestaat het ook niet. Toch?
Huishoudelijke mededeling.
Zussenupdate uitgesteld tot later op de dag ivm urgente behoefte aan buitenlucht.
Toedeloehoe!
Baas in eigen hoofd.
Hoe ze zich mixen. De dingen in je hoofd. Nu eens zit ik uren met ouwe academiespullen in mijn handen (al die plannen!), dan weer ben ik terug bij het eerste gesprek met mijn moeder dat ik me herinner. Een serieus gesprek, over dat ik binnenkort naar school ga en hoe dat zal zijn.
Ik dacht dat ik nu eindelijk bij mijn grote broers en zussen zou horen. Maar dat bleek een illusie. Ik moest nog jaren en jaren meedoen voor spek en bonen.
(‘An doet mee voor zoete koek’, heette het ook wel. Ik stelde me het voor als een beduimelde homp ontbijtkoek in combinatie met uitgebakken spekkies en bruine bonen. Nogal logisch dat niemand het lustte. Brrrr. Om het nog treuriger te maken, gevoel voor drama had ik altijd al, bedacht ik er ook nog een dikke laag rietsuikerstroop bij. Ik haatte het, die status van niet voor vol aan gezien worden. Dat je mee mocht doen, maar tegelijkertijd werd buitengesloten.)
Heel vaak denk ik aan T. toen hij klein was. Hoe zijn zachte ronde gezichtje veranderde in een lang smal mannengezicht. Alsof het uitgerekt is.
Gisteren in een soort halfslaap kwam het me voor dat dat verkeerd gegaan is. Dat iemand er uit alle macht aan heeft getrokken. Dat het trekken aan zijn hoofd niet goed geweest is. Dat zijn dan de fouten die ik gemaakt heb hè.
Gelukkig ben ik tegenwoordig eigen baas. Vannacht net zo lang geboetseerd tot alles weer in vorm was, en toen gebakken in mijn nieuwe oven. Ha!
De oven is boven.
De (keramiek)oven past niet in het gangetje beneden. En daarom staat ie nu buiten. Onbewaakt. Ik dreutel de hele tijd heen en weer. Wat onzin is want het ding ziet er raar uit en is beslist te zwaar om zomaar even mee te nemen.
Ik doe ineens alle achterstallige klusjes. Vuil weg doen. Nog meer vuil weg doen. Kranten in de bak. Band plakken. Daar was ik ineens blij mee, met die lekke band, had ik tenminste reden om voor de deur naast de oven te zitten. Omdat mijn vingers ijskoud waren en het rubber stug duurde het nog extra lang ook. Maar nu zijn alle klusjes op.
Ondertussen wordt er heen en weer gebeld. Sjouwers moet ik hebben, die bovendien niet bang zijn voor een enge draai in de trap. Die zelden denken dat iets niet gaat maar met een monter ‘dat fiksen we effe’ dat ding oppakken, en die nooit een knoop in hun buik krijgen van onbenullige dingen. Dan zet ik wel koffie.
(De oven staat inmiddels. Nu nog zorgen voor de elektra. De meeste dingen in huis doe ik zelf. Maar dit lijkt me typisch een klus voor een betrouwbaar type. Die er verstand van heeft. Die nooit onder stroom staat en…....Kortom, ik ga nog maar eens wat koffie inslaan. )
Op de valreep.
Waar ik moeite mee heb is kiezen. Het innemen van een standpunt. Alsof er maar één mogelijkheid zou zijn!
Vaak heb ik gedacht dat ik meerdere alter ego’s zou moeten ontwikkelen, zodat ik er zo veel mogelijk standpunten op na zou kunnen houden. Natuurlijk heb ik dat nooit gedaan. Het leek me gestoord en bovendien erg ingewikkeld.
Wat een wonder dat er een dichter bleek te bestaan die er maar liefst 25 alter ego’s op nahield, met eigen biografieën en een eigen stijl van schrijven. Bovendien is Fernando Pessoa een dichter van de dingen. De discrepantie tussen de dingen en de woorden. Dat ze los staan van jezelf, dat je zelf los staat van het verhaal dat je zelf bent.
XXXIX
Het mysterie der dingen, waar is dat?
Waar is het, dat het zich niet laat zien
Althans om te tonen dat het mysterie is?
Wat weet de rivier hiervan en wat de boom?
En ik, die niet meer ben dan zij, wat weet ik ervan?
Telkens als ik naar de dingen kijk en denk aan wat de mensen ervan denken,
Lach ik zoals een koele bergbeek klatert over stenen.
Want de enige verborgen zin der dingen
Is dat ze geen enkele verborgen zin hebben.
Het is vreemder dan alles wat vreemd is,
Vreemder dan de dromen van alle dichters
En de gedachten van alle filosofen,
Dat de dingen werkelijk zijn wat ze lijken te zijn
En dat er niets te begrijpen valt.
Ja, dat hebben mijn zintuigen helemaal alleen geleerd:
De dingen hebben geen betekenis: ze bestaan.
De dingen zijn de enige verborgen zin der dingen.
(1914)
Zonder woorden.
Vroeger hadden wij de leesmap. Daarin zat de Lach, een blad voor heren. Er stonden schaars geklede meisjes in. En moppen. Getekende moppen. Die las ik altijd.
Soms stond er geen tekstje onder, maar alleen de aanduiding zonder woorden. Dat vond ik zo raar! Ik snapte de mop niet, maar dat had ik wel vaker. Alleen begreep ik nu ook niet waarom dezelfde grap er steeds in stond, ook al was het iedere keer met een ander tekeningetje.
Bij het opruimen een eigen ouwe mop terug gevonden. Zonder woorden en zonder datum ook, helaas. (Maar ik snap ‘m wel!)
Voorvertoning achteraf.
Eliane vroeg of ik wel eens schetste voor mijn objecten. Ik dacht van niet. Ja, hooguit krabbeltjes op boodschappenbriefjes enzo. Die ik meestal achteloos weggooi.
Ergens op een envelop vond ik toch nog dit. Een kleine bijna onopgemerkte verschijning van het GID.
Klik voor de hele envelop. Je ziet dan ook gelijk waarom ik ze meestal weggooi.
Ik denk dat ik eens wat schetspapier ga kopen. Er zit wel wat in, in sommige van die tekeningetjes. Ik stel me zo die spierwitte met eindeloos geduld gefabriceerde objecten voor en dan ruwe schetsen met diepzwart siberisch krijt op grauwig papier. Mjammi.
Maar nu eerst even keihard opruimen hier, want morgen komt de oven. Wat zal het ik het lekker warm hebben de komende weken.
De mensch in de Vishal.
Ik heb het nog steeds koud. Zelfs na het zien van de gebreide mensen van Chrystl Rijkeboer. Of juist daardoor? Als je weet dat deze gebreide veenlijken -want daar doen ze me een beetje aan denken- van mensenhaar zijn is dat misschien iets om koud van te worden. Maar je kunt er ook niet koel onder blijven.
Radicaal zijn ze. Dat is altijd wel een goeie eigenschap van een kunstwerk. Een zekere radicaliteit. Dat dan wel in zeer algemene zin. Iets kan radicaal zijn door een thema, maar ook door een techniek, een eigenschap een materiaal. Dit werk is zo’n beetje radicaal in alle opzichten.
Ik zoek gelijkenissen met de maakster ervan, die ik toevallig ken. Meestal vind ik dat je iemands karakter in zijn werk kan zien. Dat is een leuk spel maar wel klinkklare onzin natuurlijk. Ik denk dat ik mijn buurman nog wel herken in de eerste de beste drol op straat.
Zo gewillig is mijn brein tot het leggen van verbanden en het herkennen van gelijkenissen. Dat heeft natuurlijk niets met die buurman te maken, maar alles met het beeld dat ik van de buurman heb, dat gekleurd wordt door onze relatie. Die inderdaad niet al te best is.
Ik dwaal af. Dat komt door die vermaledijde woorden. Je reinste allemansvriendjes zijn het, hechten zich aan alles wat er langskomt. Je begint bij de kunst maar voor je het weet eindig je bij de uitwerpselen van de buurman. Je moet ze steeds tot de orde roepen. Hop hop! Terug naar de beelden.
Wie gaat kijken in de Vishal vindt nog meer werk van Rijkeboer. Er is een grijs gebreid hoofd op een kussen, er zijn gebreide maskers aan de muur in verschillende kleuren. Het is adembenemend. Het kriebelt in je keel. Misschien wil je even verder kijken….
Maar dan is daar het half afgebreide jongetje dat nog aan de breipennen zit. Daar zie je uiteindelijk ook de zon even doorbreken. Het is een knipoog, een heel ernstige knipoog voor zover dat kan, maar toch een knipoog. Die maakt het beeld compleet.
Moody saturday.
Ik heb het de hele dag steenkoud en alles gaat zo stroef. Alsof ik in mul zand loop. Het maken van de update voor mijn zus en ik duurde ook idioot lang. Ik moest steeds kleine pauzetjes nemen. Om even op te warmen.
Daarom ook geen vrolijke praatjes vandaag maar gewoon drie linkjes:
*Stapels
*Limburg
*Ontroerd
Zo. Dan ga ik nu met een hete kop thee bij in de kachel zitten.
Onderweg naar de SKVR probeerde ik me het Grote Ingewikkelde Ding voor de geest te halen. Ik vroeg me af hoe erg ik het zou vinden als het fout gegaan was bij het bakken. Als het in gruzelementen in de kast zou liggen en helemaal nooit aan bakken toegekomen was.
Nog niet zo lang geleden had ik me er tamelijk druk om gemaakt. Er zelfs over gedroomd. Dat alle uitsteekseltjes er af waren. Dat een of andere onbenul het in de verkeerde oven had gezet. Iemand het stiekum had zitten bepotelen en dat er zomaar van alles afgebroken was.
Het bijbehorende opgeladen gevoel was weg. Leeggelopen. Er was alleen nog maar zo’n verschrompeld, gerimpeld klein vies ballonnetje qua verwachting. Ik besloot dat ik het niet zo erg zou vinden. Wel een beetje erg, maar niet verschrikkelijk.
Of ik dat waar zou kunnen maken, dat gevoel van onverschilligheid, zal ik wel nooit te weten komen. Hij is gewoon gelukt.
Een doordeweekse dag.
Schuin rechts ging net een oudere sjofele man zitten. We keken elkaar even aan, hij knikte. Het viel me op dat hij een heel bescheiden maaltijd had, voor zo’n grote man. Een flesje melk en een eenvoudig broodje. Meestal hebben zulke types kroketten, of grote kommen erwtensoep. Hij had het snel op ook, was al weg toen ik de eerste hap van mijn cakeje nam.
Toen zag ik haar. De dame met het hoedje. Met haar rose gestifte mond deed ze me aan Marijke van Helwegen denken, maar dan een ongecensureerde versie. Ik dacht aan het hoedje dat ik later zeker ook wilde hebben, en dat het niet waarschijnlijk was dat ik ooit zo een dametje zou worden. Je vroeg je af hoe ze hier zo verzeild was geraakt. Het was meer een dame voor een ouderwetse melksalon, of bij gebrek daaraan misschien de Bijenkorf.
Ze had koffie met gebak. Bij de tafel met bestek en servetten nam ze veel tijd, ongetwijfeld op zoek naar het schoonste lepeltje. Mijn blik viel op de jonge vrouw naast haar. Die had diepe treurige wallen onder haar ogen. Ik vermoedde een slapeloze nacht en misschien een huwelijkscrisis. Van die wanhoop die bijna tastbaar is als duidelijk wordt dat de kloof onoverbrugbaar is en de liefde voorgoed buiten bereik.
Inmiddels had de dame met het hoedje een tafeltje bij het raam gespot. Ze liep er zo snel als haar deftigheid toeliet op af. Veegde uitgebreid haar stoeltje schoon en deed met veel omhaal haar wintermantel uit. Eronder droeg ze een keurig zwart broekpak, geaccentueerd met een blauw sjaaltje. Het geheel werd zorgvuldig rechtgetrokken en gladgestreken met kokette gebaartjes. Daarna ging ze eindelijk, eindelijk zitten en nam kleine slokjes koffie. Uit haar tas haalde ze een plastic zak tevoorschijn. Ik vroeg me af wat ze ging doen met dat beduimelde ding. Ze graaide er iets uit en keek even spiedend om zich heen. Toen nam ze een grote hap uit een bruine boterham.
Even later was ook ineens de oudere man weer terug, met nòg een bescheiden lunch. We keken elkaar weer even aan. Ik denk dat ik glimlachte want hij lachte een beetje betrapt terug.
En dan nog zoiets.
Die ping, die het automatisch doet, maar nooit werkt als ik echt een nieuw stukje heb, en dat ik het dus altijd met de hand doe, nou die automatische ping werkt dus kennelijk wel. Maar alleen als je een foutje verbetert in een stok-oud stukje.
Omweg als methode.
Wat mijn moeder nog meer zei. ‘Ik zal het voor je uittekenen’ als je te kennen gaf iets graag te willen hebben. Op het laatst deden we dat dan maar zelf. Vroegen er niet meer om. We tekenden de dingen die we wilden hebben. Bedelkettinkjes, basketballs, prinsessejurken, huisdieren. Ik herinner me de huisdieren die we nooit kregen. Schoenendozen met getekende hamsters, schildpadden en marmotten. Met een echt bakje water en een beetje sla of stukje peen erin.
Vandaag in één van mijn oude academieboekjes deze tekening gevonden. Ik was vergeten dat ik altijd al van de zeedieren was. Het eerste boekje stond er vol mee. Later werd het minder. Geen idee hoe het komt dat ik zover afgedreven ben. Of is het weer zo’n verhaal van een u-bocht? Toen wist ik in ieder geval niet wat ik ermee moest, met al die vormen. Ik wilde meer, ik wilde inhoud.
Met mijn ogen van vandaag zien ze er gewichtig genoeg uit. Het lijkt erop dat ik op een bepaald ogenblik mijn wil ben gaan tekenen. De wil op de wc waar ik niet bij kon. Maar die ik wel vermoedde. Mijn wil als een verzameling freudiaanse objecten. Ik begrijp ze niet helemaal, herkende ze niet als mogelijkheid en twijfel er ten zeerste aan. Maar zeg nou zelf. Het is wel weer een ronkende verklaring!
Waar geen wil is….
Dus op een gegeven moment ben je volwassen en denk je dat het over is. Zou moeten zijn. Die verdrietigheden uit je jeugd. Je bent volwassen nu en eigen baas. Maar zo af en toe springt me zo ineens wat in gedachten.
Dat mijn moeder, die aan het hoofd stond van een 8-koppig gezin, de gewoonte had te zeggen dat je niks te willen had bijvoorbeeld. ‘Jouw wil hangt op de wc’, zei ze dan.
Ik herinner me dat ik ging kijken. Ik ging naar de wc met het raampje waar de rozenstruik naar binnen groeide en ik dacht dat mijn wil ergens bovenaan zou zitten. Achter de stortbak ofzo. Waar ik er niet bij kon.
Voor wie er zin in heeft.
Ik was niet bij de Hema gisteren. Had andere dingen te doen. Maar waar was ik dan wel?
Oplossing: Haha, de eerste de beste raadster wist al waar het om draaide. Het is zeker al op een kilometer afstand te zien dat het klerenhangertjes zijn. Volgens mij ben ik niet zo in de wieg gelegd voor raadplaatjes :-(
Gelukkig maken jullie antwoorden veel goed.
Ik was hier (klik voor meer fijne plaatjes). N. wilde even in de uitverkoop kijken. Ongehinderd door hebzucht, het waren immers allemaal saaie mannenkleren, vielen me ineens die knaapjes op. Hoe mooi dat er allemaal uitzag enzo :-)
Aflevering zus en zoveel.
Hier in huis is de storm weer een beetje gaan liggen. Zo met het zonnetje erbij is het bepaald aangenaam. Dat is te merken aan mijn humeur zeg!
Vandaag weer met veel plezier aan Mijn zus en ik gewerkt. Gelukkig. Trudie was vroeg met haar foto’s van de week omdat ze een weekendje weg is. Waar ik helemaal niet jaloers op ben hoor. Ik hoop alleen dat het regent in Zuid-Limburg ;-)
In ieder geval had ik lekker veel tijd om na te denken wat ik nou eens zou doen met het onderwerp restjes. Het idee voor de oude besjes diende zich gisterenmiddag spontaan aan toen ik bij Bas van der H. was.
(Ja, ik kom in alle supermarkten behalve AH. Dat vind ik zo’n nodeloos duur concern. Net de Bijenkorf, daar hou ik ook niet van. Al hebben ze daar wel erg lekkere gebakjes met fruit en amandeldeeg of hoe je het noemt.
Jammer dat ze tegenwoordig van die soepkommen gebruiken voor de cappucino. Krijg je zo’n hele sloot koffie en een piepklein gebakje d’rbij, en dan hebben ze ook nog van die idioot grote gebaksbordjes. Ik vind dat een gebakje op een passend schoteltje geserveerd moet worden en dat het altijd groter moet zijn dan het kopje koffie. Maar moet je zien hoe dat eruit ziet. En dan nog zo’n spatjes hebben. Tssk!)
O, en er waren deze week zelfs meerdere dingen om vrolijk over te zijn. Dus ik had maar te kiezen. Wat een geweldige luxe :-)
Prangende vragen over de nieuwe dingen.
Zijn ze al afgekoeld?
Yep. Koud en hard en broos. Een beetje als eieren. Moet je voorzichtig mee zijn.
Wat is het recept?
De dingen die ik maak zijn onbeschrijfelijk. Daarom maak ik ze. Als ik ze kon omschrijven -of er een recept voor kon schrijven- zou ik ze misschien gewoon vertellen. Dat kost veel minder tijd.
Hebbie nou al dat oventje waar je op aast??
Met de oven ben ik bezig. Of laat ik zeggen, zodra ik vervoer heb istie van mij :-)
Komt de volgende leg.. ehm bak.. ook op deze site?
Dat hangt er van af. Hoe mijn pet staat. Ik laat niet altijd alles zien hoor. Genoeg om iedereen lekker te maken.
Staan ze al in de winkel?
Bedoel je de winkel? Deze dingen zijn anders van aard dan de koopwaar uit de winkel in mijn kast. Dat is meer een kwestie van serieuze grap. Deze dingen zijn pure ernst!
Een webpresentatie zit in de pen, maar ja, eerst die dingen maken hè.
Ja maar zeekomkommert, nu je ons zo warm maakt voor je baksels, hoe kunnen wij die dan ooit live bewonderen?
Binnenkort ergens in Haarlem. Details volgen nog. Hou het in de gaten!
Zelfgebakken is zo veel lekkerder :-)
Zoals de bomen zijn.
Ze deden me deze keer niet aan Mondriaan denken maar aan schilder A. Die om een of andere reden wel uit het oog is, maar nog niet uit het hart.
De ruige woeste takken leken op haar tekeningen. Die tot stand kwamen in een soort zoekende woede. Een woede die geen effectbejag leek te zijn maar puur van binnenuit kwam.
A. was iemand van alles of niets. Confrontaties ging ze niet uit de weg. Bevestiging scheen ze op te vatten als een belediging.
Misschien deden de bomen me ook daarom aan haar denken. Ze doen maar, die bomen. Ze staan daar breeduit boom te zijn. Zoeken hun weg in de ruimte. En het kan ze niet schelen of iemand het ziet. Een staat van zijn die voor een mens niet is weggelegd. Maar die A. zeker zou willen bereiken (en anders liever niets ik wel).
Ik ben niet zo van de stokjes hoor. En muzikale al helemaal niet. Ik luister naar van alles maar heb geen speciale interesse geloof ik. Koop nooit CD’s en ga zelden naar concerten. Het laatste concert dat ik zag was in de Doelen.
Wij zaten achter het orkest. Dat is goedkoper en je komt ten slotte om te luisteren. Ik herinner me dus voornamelijk achterhoofden van musici. In de verte tegenover ons zat een man mee te dirigeren. Eerst nog bescheiden, maar hij werd allengs enthousiaster. Na een tijdje ging ‘ie er zelfs bij staan. N. zei nog dat hij dat in gedachten ook deed, dat hij dat best zou willen doen, zo lekker met brede armgebaren meedirigeren. Maar ja.
Ik herinner me ook vooral dat ik een van de jongste aanwezigen was. Zoveel te meer spijt had ik van mijn uitbundige rode bloes, want dat blijkt typisch een kledingstuk voor oudere dames. Dat fleurt natuurlijk nog een beetje op als je almaar grijzer wordt. Want je wordt niet alleen droger hoor, als je ouder wordt, je verliest ook kleur.
Wat ik trouwens nog zo leuk vond was de inrichting van de lounge. Die idiote kroonluchters en die skaileren rechthoekige bankjes. Zo is het daar al eeuwen. En je hoopt dat ze er nooit maar dan ook nooit gaan restylen.
Van het concert zelf weet ik dus niets meer. Ik ben geloof ik nogal een muziekbarbaar. Daarom laat ik het stokje maar aan me voorbijgaan. Aan iemand die het wel leuk vind.
Beren Botje reist niet met lege handen.
Het was al een tijdje geleden dat ik een mooie foto had gemaakt. Vond ik. Dus ik was blij met deze.
Ik wilde er nog een heel stuk bij schrijven. Over gevoelens enzo. Maar hem laten zien is misschien wel genoeg.
(Wat ik me nou afvraag. Zien jullie nou eigenlijk wat het is? Of wat het zijn?)
Een soort Berend Botje dus.
Lang geleden leerde ik van N. iets cruciaals over gevoelens. Iets dat ik misschien allang had moeten weten. Zo simpel was het. ‘Gevoelens’, zei hij, ‘die duren maar even. Dan komen er weer andere en andere. Net als het weer. Op gevoelens alleen moet je geen beslissingen baseren.’ Hij was een man en ik een meisje. Vandaar denk ik.
Ik vond het gek, want waarop moet je anders vertrouwen dan op je hart? Maar ik zag er ook meteen de logica van in. Dat had ik wel vaker. Vooral tijdens meningsverschillen (lees: ordinaire ruzies) wilde ik hem nogal eens om de oren slaan met wijsheden die hij me zelf aan de hand had gedaan. Haha. Meestal werkte dat dubbel. Ten eerste moest hij me gelijk geven en ten tweede moest hij er om lachen.
Inmiddels staan we allang op gelijke voet met elkaar. Onze ruzies zijn zeldzamer, maar ook lastiger. Het verbaast me soms hoe groot de afstand kan zijn tussen mensen. En hoe klein ook weer op andere momenten. Alsof de ander een archipel is waar je soms aan land komt, maar waar je soms ook eenzaam in je bootje zit.
Het lijkt wel huiswerk.
Ik heb de afwas gedaan, een boodschapje, koffie gedronken, langs al mijn favorieten gesurfd, drie keer naar de wc geweest en tien keer mijn email getsjekt, terwijl ik eigenlijk hard aan het klussen zou moeten zijn aan de zussen update. Dat is geloof ik geen goed teken hè?
(Ik ga er dus nu echt aan beginnen. Heus :-)
(Enkele uren later)
Jahaa, daar zijn we weer. Mijn zus en ik met de geruststellende ditjes en datjes. Wie houdt er niet van.
Toevallig is neef B. vandaag jarig. Hij is 23 nu, maar ooit was hij 13 en ook 3. Jammer dattie niet meer op de foto wil, maar goed zo is het ook leuk. Van harte hoor B. en Trudie ook natuurlijk.
Verleden jaar in januari hadden we het over de was. En nu popte dat onderwerp ook al op. Kennelijk is het iets dat aan het begin van het jaar speciale aandacht verdient. Wassen. Alsof je het jaar schoon wilt beginnen. Nou, dan heb ik nog wel wat achterstand weg te werken.
Het laatste onderwerp van vandaag is lidmaatschap. Daar stond iets over in de krant geloof ik. Maar ik vind het nu wel genoeg geweest. Het zonnetje schijnt en ik wil naar buiten en ik moet ook nodig even naar zekere winkel.
We hebben allemaal boter op ons hoofd.
Betrokkenheid is nooit verkeerd. Dus witte pagina’s mogen misschien niet veel helpen, weet ik niet, maar het tonen van je betrokkenheid kan geen kwaad.
Zelf ga ik niet op wit. Ik sta wantrouwig ten opzichte van mijn eigen gevoelens. Het is zeker ongekend verschrikkelijk wat daar gebeurt. Maar er is zo veel meer leed. Waar ik me niet of half bewust van ben. Waar ik nooit bij stil sta. Ik denk nooit aan kindslaven als ik chocola eet. Ik denk niet aan kinderarbeid als ik een leuk goedkoop truitje koop.
Nog geen paar weken geleden liepen daar in die stadjes mannen op zoek naar kindhoertjes. Dat is onderdeel van de toeristenindustrie. Was dat dan wel aanvaardbaar?
Ik weet het niet. Het voelt hypocriet om nu ineens over te lopen van betrokkenheid terwijl ik me twee weken geleden zogenaamd van geen kwaad bewust was. Ik wil niet cynisch zijn. Ik geef geld (maar mijn portemenee is flinterdun hoor Merel). Ik denk dat je meer zou moeten doen. Aan de andere kant heb ik mijn handen vol aan mijn eigen drama. (Echt drama. Met waanzin en verdriet. Niet de gewone verwende westerlingen tragiek.)
Soms weet je even niet wat je moet zeggen. Je bent schuldig, sowieso. Gewoon omdat je aan de goeie rijke kant van de wereld zit.
Hij zei jongedame tegen me.
Dat had me moeten waarschuwen. Gedurende drie volle uren, maar het kan ook een kwartiertje geweest zijn, bestond ik uit mond. In die mond een gemeen pinnig tangetje, en een slurfje om af te zuigen. Ik had een beetje tandsteen, zei die.
Dat was een understatement. Als ik hem moest geloven zat het tandsteen tot de wortels. Want hij was overal met dat tangetje. Hij klaagde over een lamme hand, en dat hij het even met links ging proberen. Toen was ik eventjes alleen maar hart. Maar hij is een van die mensen die je links net zo trefzeker weten te raken als rechts. Mijn hele gebit pulseert nog na. En ik had niet eens gaatjes!
Stomme bange zeekomkommer!
Ik moet naar de tandarts. Nu. Het is een nieuwe. En ik heb gaatjes. Minstens honderd. Ik ben doodsbang. Als je niets meer van me hoort weet je waar ik gebleven ben…..
Het is begonnen!
Maar blanco is niet nodig. Dacht ik ineens. En dus werd het blauw. Met vrolijke dingen erop, zodat er altijd iets lekkers in de keuken is. Ook al mislukt het Bretonse vispannetje of branden de aardappels ongenadig aan.
In al het gedoe van de laatste dagen zijn mijn zus en ik trouwens helemaal vergeten nieuwe onderwerpen te verzinnen. Er is dus geen update en die komt er ook niet. Ja, volgende week wel, maar nu niet. Nu ben ik moe en ga ik een beetje uitrusten.
Dan nog het gelukkige nieuwjaar, dat ik meestal vergeet te wensen. Niet dat ik het niet wil hoor. Ik wens iedereen altijd het beste toe. Het helpt alleen geen flikker. Niettemin:
PS Ik besta vandaag 1 jaar! Toch nog iets feestelijks :-)
|