M. en ik ontmoetten elkaar op de kunstacademie. Er was iets dat tussen ons klikte. Zij is een dichter, een verhalenmachine. Ik ben bloedstollend serieus. Iemand die geen moppen kan vertellen. Zo iemand.
Op een dag kwam zij met het plan voor de bibliotheek van het vergeten en versleten woord. Ze schreef me prachtige brieven en stuurde me gekke objecten zoals de tandenborstel voor een mond met maar 1 woord. Er hing een kaartje met het catalogus nummer van de bibliotheek aan. Of een minirok waarin een driehoekig gat van het strijkijzer met de titel Na het bal.
Ik wilde graag een waardig partner zijn in zo’n geweldig project. Ik wrong mijn serieuze gemoed in bochten. Gevolg waren houterige brieven die te veel hun best deden. Objecten die ook rare namen hadden, maar die het net niet hadden. En het hele verhaal liep met een sisser af.
Natuurlijk had ik niet moeten proberen als zij te zijn. Er gewoon mijn ding tegenover moeten stellen. Wat dat dan ook had kunnen zijn. Maar nu met het schilderij moet ik er weer aan denken. Het is niet voor niks zwart-wit geworden.
zeg ook 's wat
Iemand die geen moppen kan vertellen is natuurlijk niet noodzakelijkerwijs van humor gespeend.
Mooi stukje.
M. is Waalse ;-)
Het is zeer herkenbaar, dit stukje. Humor als hoogste goed, of eerder de afwezigheid ervan als ernstig gebrek. Een der kwellingen van de Volbloed Sérieux.
Reactie van: Inge
Commenting is not available in this weblog entry.