Toen ik het hoorde was ik boodschappen aan het doen.
Ik werd gebeld en ik wist meteen dat het foute boel was.
Hele foute boel.
Het is vreemd hoe je in fracties van secondes beslissingen neemt.
Hoe ik mijn karretje liet staan en aan de lange lange weg naar buiten begon.
Ik trilde als een riet en mijn benen zwieberden.
Ergens in mijn buik zat een gillende sirene.
In mijn hoofd flitsten neuronen als gekken door mekaar.
Ik dreigde onderuit te gaan.
Dat deed ik niet.
Ik glimlachte naar een meisje aan de kassa omdat ik met lege handen de zaak verliet.
Ik zag mezelf automatisch glimlachen naar een meisje aan de kassa. Vergoelijkend omdat ik met lege handen de zaak verliet.
Vriendelijk en beleefd tot op het bot.
Ach, hoe alles toen gegaan is.
Ik zou jaren nodig hebben en het toch nooit kunnen vertellen.
Hij is er niet meer en ik weet nog steeds niet hoe dat gegeven in mijn hoofd in te passen, laat staan in mijn leven.
Feitelijk ben ik nog steeds aan het lopen.
Een eindeloze gang naar buiten toe.
Als er nog een buiten is.
Gisteren was het de 26e.
Zijn verjaardag.
er zijn stippen voor
en er zijn stippen na
maar alle stippen staan voor geestkracht
ik wil en ik zal
de voor-stippen zijn vrolijk van aard
niettemin serieuze pogingen het leven te vieren
de dingen lichter
de na-stippen liggen ingewikkelder
alsof het (behalve gewichtheffers) nu ook punaises zijn
punaises om dingen vast, vast, vast te prikken
iets wat niet samen gaat
maar toch precies zo is
Op het strand van Terschelling, helemaal aan het eind waar bijna niemand komt en geen strandvertier is, staat een drenkelingenhuisje.
Het is een vreemde lege plek.
Er is niets.
Alleen maar zand en water en aangespoelde dingen.
Op een grauwe dag is het er desolaat en eenzaam.
In mijn hart staat ook zo’n huisje.
Het is gebouwd uit alle lieve gebaren en medeleven.
Dank aan iedereen die heeft meegetimmerd.