die vent, die Descartes, die zei ik denk dus ik besta
nou, daar ben ik het helemaal niet mee eens
zeekomkommerfilosoof van de kouwe grond als ik ben
ik zeg: ik zwaai dus ik besta
want je bestaat pas als er iemand is om je bestaan waar te nemen
en in je denken is er zo iemand nooit zeker
voor hetzelfde geld verzin je die ander die je waarneemt
kijk maar naar het probleem van god
nee, dan heb ik het beter opgelost
rest mij alleen nog de kwestie van het terugzwaaien
dus als je zo vriendelijk wilt zijn…..
inelkaar gedoken achter de jonge politieagente gaf ik aanwijzingen richting mijn huis
ondertussen prevelde ik dingen in het Engels
ik zei oh boy oh boy oh boy en oh dear oh dear oh dear
ineen gekrompen bang en verward
maar schrap
in staat om te reageren
hier links daar rechtdoor holy shit holy shit holy shit
thuis was Nico inmiddels ook aangekomen
ik huilde even
dan droogde ik m’n tranen en wilde meteen naar Thomas toe
ik hoopte hem nog een beetje warm te kunnen zien
we moesten wachten
waarop wist ik niet precies
het duurde lang
er werd niet veel gezegd
meteen direct had ik al gevraagd of hij erg beschadigd was
dat viel mee
meer hoefde ik voorlopig niet te weten
ik wachtte
hij zag er zacht uit
mooie lange wimpers
gaaf en rustig gezicht
in zijn hals had hij een wond en op zijn wang zat een kleurloze vlek
hij was koud, maar nog niet bevroren
later maakte ik een wandelingetje met Nico
dat was de eerste keer dat ik hem zag
die fucking Euromast
Ik wil al een tijdje iets vertellen hier.
Maar ik krijg er geen vorm in.
Ja, dat klinkt alsof ik een bekentenis zou willen doen, maar dat is niet zo.
Jullie weten alles al.
Nee, ik wil juist iets oppervlakkigs doen.
Een gezelligheidje.
Maar het komt er niet van.
Steeds is er iets anders dat mijn aandacht opeist.
Of ik moet hoognodig naar bed, zoals nu.
En ik heb het natuurlijk ook reuzedruk met die hagedissen.
Waarvan ik er nog steeds niet voldoende heb, en zoals je ziet zijn aanverwanten, als salamanders, kikkers, slangen en voor mijn part dinosauriers ook welkom.
Eigenlijk verf ik zo’n beetje alles wat los en vast zit.
Ik geloof zelfs dat er vooruitgang in zit.
Het bestippen van dingen begon als een radeloos middel om mijn verstand bij elkaar te houden.
Nu komen er variaties in, en plezier.
Dingen zijn wit
of soms ook zwart…
Het is alsof ik me langzaam een weg terug schilder.
Er is post uit Canada!
En dat niet alleen. Er zijn ook steeds pakketjes. De hagedissen stromen binnen. Overal vandaan. Ik ga het daar nog heel druk mee krijgen….
Ik geloof dat ik mijn stem ook weer een beetje terug heb. Zodat ik niet steeds zulke verdrietige dingen hoef te schrijven maar ook weer eens een lolletje.
Het liefst zou ik terug naar gewoon gaan, maar gewoon, dat is minstens drie jaar geleden.
Af en toe herinner ik me dat ineens.
Hoe dat was.
Na jaren onder druk gestaan te hebben was ik het vergeten.
Nu is gewoon tamelijk onbereikbaar.
Mijn verdriet breidt zich nog steeds uit, als een olievlek.
En de toekomst is een grot zonder uitgang.
Maar!
Ik maak plannen.
Plannen zijn de pikhouweel waarmee ik een gang uithouw.
Wie plannen maakt, creeert een toekomst.
Straks zal ik weer kunnen bewegen.
Dingen zullen weer gewoon zijn.
Het verdriet aan mijn horizon zal zijn als de Euromast: dominant in het stadsbeeld, maar niet het enige gebouw.
vroeger mocht dat nooit. op het raam tekenen. dan moesten ze weer gezeemd worden en er was al werk genoeg.
tssk.
alsof tekenen op een beslagen raam geen daad van betekenis is.
je niet eigenhandig een uitzicht maakt.
op een grauwe ochtend.