Thok
Ik was bij een uitvoering van Hotel Modern, je weet wel van die Garnalenverhalen. Deze keer ging het over de stad. Ik vertel er niet te veel over, je moet de voorstellingen van Hotel Modern gewoon gaan zien zo vaak je maar kan.
Heden Stad begon met een tamelijk lange opsomming van de dingen in een huis. De ramen, de kleedjes en langzaam maar zeker de geluiden en het gestommel. Gewoon heel droog het opnoemen ervan. Maar het was geweldig. Ik moest opletten niet volledig af te dwalen omdat er steeds dingen werden genoemd die in mij resoneerden en beelden opriepen van mijn ouderlijk huis.
‘t Hok bijvoorbeeld. In nette gezinnen de bijkeuken genoemd maar bij ons heette het ‘t hok of eigenlijk snel en aan elkaar uitgesproken: thok!.
Een kapstok, een wasmachine. Rolschaatsen, schoenen een loper. Provisorisch getimmerd een bergkast. Vuren latten, de planken van hardboard, een blauw gordijn ervoor van plafond tot vloer. Onderin de hondenmand. De gele emmers met aardappelen. Poetsdoeken.
De achterdeur naar de tuin. Overdag altijd open. Een loper in het sleutelgat. Het gevoel van thuiskomen.
Jas uit, schoenen uit, thuis. Tegen vriendinnetjes zeggen dat ze hier hun schoenen moeten uitdoen. Je schoenen uitschoppen. Boink tegen de wasmachine. Op de wasmachine zitten.
Zoenen met je vriendje. Het hok de plek om nog even prive afscheid te nemen. Soms een uur lang staan zoenen daar. In dat kale armetierige hok. Een hoofd, pesterig de hoek om: zijn jullie nou nog niet klaar!?
Het is een heerlijk gedachtenspel, ik kan het iedereen aanraden. En volgende keer doe ik de douche.
(klik op het plaatje voor de vergroting van thok!)