Had ik je al verteld dat ik vrijwilliger ben bij het oorlogsverzetsmuseum?
Het is een klein museum, dat bijna volledig op vrijwilligers draait.
Gevestigd in een paar ouwe huizen op Katendrecht. Duidelijk zijn
de geldstromen niet groot. Toch is het een heel aardig museum.
Dat het best goed doet.
Natuurlijk komen er vaak en veel oude mannen. Mannen met verhalen.
De oudste man is net een wandelende grammofoon. Met een bewegingsmelder.
Zodra je in het vizier komt draait hij zijn verhalen af. Maar het
is wel een leuke oude man. En hij zingt ook liedjes. Over meneer
Dinges die niet weet niet wat swing is enzo.
In een diepe kast, die consequent bibliotheek wordt genoemd,
liggen schatten aan materialen. Boeken, maar ook tijdschriften,
kranten en persoonlijke documenten. Ik kom een hoop te weten de
laatste tijd.
Van pa heb ik nooit iets over de oorlog gehoord en ma vertelde
haar verhalen alsof het een spannend meisjesboek was geweest.
Zij was natuurlijk ook een kind. Ik heb nooit het idee gehad dat
de oorlog nog steeds in hun leven speelde. In hun heden bedoel
ik.
Voor de mensen die hier komen ligt dat kennelijk anders. Ze hebben
dingen meegemaakt die zich niet laten buigen tot spannende verhalen.
Voor velen is de oorlog nog altijd
het scharnierpunt in hun
leven.
Het wonderlijke is, dat ik me hier best op mijn plek voel. Ik
doe alle voorkomende werkzaamheden. Echt alles. Van koffie zetten,
tot brieven tikken, tot het documenteren van de collectie. Maar
het aardigste vind ik toch de mensen.