Stippen.
Ze grijpen om zich heen als een virus.
Stippen binnen, stippen buiten, stippen op spullen en stippen op mijn lijf.
Door alles te bestippen maak ik de ontreddering om de dood van mijn zoon zichtbaar.
Ontreddering die overal is, dag en nacht, onontkoombaar.
Maar omdat het geen echte mazelen zijn ben ik ze de baas.
Ik kan ze er af wassen.
Overschilderen.
Besluiten ze niet op mijn tafel te doen, maar wel op die kast, die ik toch weg ga doen.
En ik kan ze in het atelier gebruiken. Op mijn objecten en op mijn gereedschap en op kippenbotjes en op pepermuntjes en op mijn zonnebril en.....
|