Van die sprietendingen die met geen mogelijkheid dood zijn te krijgen.
Ik droog ze uit, knijp ze in hun blaadjes en gooi snoeppapiertjes in de
potten. Ze blijven leven.
Soms krijg ik last van mijn geweten. Dan vraag ik me af of je in de hel
kunt komen als je je planten verwaarloost. Ineens krijgen ze verse potgrond.
Ik koop wat nieuwe kameraden op de markt. Beter mijn leven grondig. Beloof
zelfs een plantenspuit.
Tot ik besluit dat ik helemaal niet in de hel geloof en terugval in mijn
barbaarse gedrag.
Er zijn er twee die deze wisselende behandeling nu al jaren weten te doorstaan.
Die heb ik een plaatsje in de hemel beloofd.
(klik)