Het was een soort overgangstijd, de tijd waarin het Rotterdamse revue-gezelschap Elckerlijc actief was. Zo halverwege de jaren zestig: het variété liep op z’n end, een nieuwe jongerencultuur stond op uitbotten. Je zou denken dat de jongeren van Elckerlijc kozen voor het nieuwe. Toch niet. Ze grepen voor een deel terug op amusement dat al aan het verdwijnen was. Jaap Twigt, een van de grondleggers van Elckerlijc: “Dat amusement vonden wij leuk. Ik ben wel een fan van The Beatles, maar wij konden ook verschrikkelijk lachen om Snip en Snap.”
 
  Op de foto de hele groep. Van links naar rechts: Jaap Twigt, Hans Phylipsen, Aat Sliedrecht, Trudy van Heyningen, Rob P. Kanaar, Leo van Breugel en Fred van Setten. Allemaal rond de achttien toen ze begonnen.

LACH-OF-IK-SCHIET
De basis van Elckerlijc werd in januari 1964 gelegd door Jaap Twigt en Aat Sliedrecht, die in dezelfde schoolklas zaten, en die als The Two Troubles een bandparodie-act hadden. Zoiets als waarmee André van Duin in diens beginjaren furore maakte. The Two Troubles bewogen op een geluidsband met fragmenten van onder anderen Toon Hermans en Wim Kan.
Bij de Christelijke Jongeren Vereniging (CJV ) in de Cleyburchstraat in Rotterdam-Blijdorp kwamen Jaap en Aat een jongen tegen die gitaar speelde en zong: Leo van Breugel. Hij zou bij Elckerlijc liedjes vertolken van grootheden als Jaap Fischer, Louis Davids en Jacques Brel. Maar ook eigen liedjes, op tekst van Jaap en Aat, en muziek van hemzelf. Jaap en Aat schreven ook sketches. “Een beetje lach-of-ik-schiet dingen,” zegt Jaap achteraf.
 
Drummer Fred van Setten maake het gezelschap van het eerste uur compleet.
Later in 1964 voegden zich bij de groep Hans Phylipsen met een soort Toon Hermans-imitatie, Trudy die de boel aan elkaar praate en Rob die zich profileerde als manager, hoewel hij bij het begin van Elckerlijc nog niet eens een rijbewijs had. De meeste leden kwamen uit de wijk Bergpolder.

SCHIPPERS
Elckerlijc heeft zo’n vijf jaar bestaan.
Zo’n vijf jaar lang hebben de vijf jongens en het meisje van dit gezelschap avondvullende voorstellingen gegeven met liedjes en sketches.
Ze stonden veel in Rotterdam en omgeving, bijvoorbeeld in de schippers-sociëteit aan de Heemraadssingel en op personeelsavonden van de RDM. Maar ook daarbuiten waren ze actief, van Zwolle tot Maastricht.
Jaap herinnert zich als een van de hoogtepunten het optreden op een landdag voor schippers.
Elckerlijc speelde toen voor zo’n 5000 man.
In nummers refereerden de leden van Elckerlijc wel aan de jongerencultuur om hen heen. Zo prijkte op het programma het onderdeel: ImPROVOsatie. Maar op allerlei manieren was duidelijk dat ze vrij ver stonden van het opkomende ‘beat’-geweld.
 
Aat Sliedrecht (links) Jaap Twigt (rechts)
 
  Uit het jaarverslag (!) over seizoen 1964-1965: “Hoewel wij door onze andere stijl veel minder aanbiedingen krijgen dan bijvoorbeeld de vele ‘Rock and Roll’ orkestjes, hebben wij toch vrij regelmatig avonden mogen verzorgen.”
Verderop in datzelfde jaarverslag staat dat Elckerlijc al vanaf de oprichting probeert zich te onderscheiden van de vele ‘bands’ waarmee de groep door de leeftijd der leden nu eenmaal over één kam wordt geschoren.

BIJZONDER VLOT
De première van het tweede programma van Elckerlijc, getiteld ‘Wie lacht niet, die de mens beziet’, voor zo’n 600 man in de Mauritszaal van het Rijnhotel in Rotterdam, ontlokt een krantenrecensent de woorden: “Bijzonder vlot zijn vooral de muzikale nummers waarin gitarist (en zanger) Leo van Breugel en drummer Fred van Setten een belangrijk aandeel hebben.
Steunpilaar van de show is ongetwijfeld Hans Phylipsen die ook diverse teksten schreef. (…) Aardig zijn ook de ‘beat’-melodieën die door Leo van Breugel van een Hollandse tekst zijn voorzien en de oude
 
 
Hans Phylipsen
  liedjes (Komt vrienden in den ronde) die een vlotte melodie kregen.”
Een andere recensent noemt ook Hans Phylipsen: “Wat hij aan het begin van de avond in het programma-onderdeel ‘Oud Hollands’ – een sprankelende conférence à la Toon Hermans – presteerde, maakte op ons veel indruk. Een naam om te onthouden.” Jaap: “Hij was als uitvoerende inderdaad niet de minste. Hij had als zanger precies dezelfde timing als Toon Hermans. De liedjes die hij zelf schreef leken ook gekloond van Toon.”
Tegenover de positieve recensies stond het verslag van een journalist die het programma te lang en te traag vond.

PLATENZAAK
Elckerlijc eindigde zoals veel bandjes in die tijd eindigden: militaire dienst, verkering, en min of meer serieus werk. Fred ging als militair naar Duitsland, en voorzover de anderen het weten, is hij daar gebleven. Rob ging bij de politie werken. Leo is fotograaf geworden. “Hij was veruit de beste zanger van ons allemaal. Hij had zo in een band kunnen spelen en goede sier kunnen maken,” denkt Jaap Twigt.
Jaap, die de zaken altijd al groot aanpakte, opende samen met Ted Vroegh een platenwinkel in Leerdam. Bij de opening hebben ze nog een plaatje uitgebracht met onder meer een eigen liedje van Jaap. “Heel slecht was dat,” oordeelt Jaap nu.
 
  Toen Jaap in dienst moest, heeft hij de zaak aan Ted gelaten, wat de bedrijfsvoering naar verluidt niet ten goede is gekomen. Na zijn diensttijd is Jaap de handel ingegaan. Hij heeft het zelfs nog tot commercieel directeur van TDK geschopt. En hij heeft de Nederlandse audio-markt verrijkt met twee merken: PDM en MMore. Vandaag de dag doet hij het iets rustiger aan.

JUJUUP
Aat Sliedrecht heeft het maatschappelijk gezien ook niet slecht gedaan. Hij is voorlichter geworden bij de PvdA, en heeft in die functie nog speeches geschreven voor Wim Kok. Hans Phylipsen is – veel te jong – omgekomen bij een auto-ongeluk. En net als de anderen is ook Trudy, die getrouwd is geweest met Jaap, niet verdergegaan met theater.
Jaap, Aat en Leo hebben na Elckerlijc nog wel een paar jaar een soort cabaretgroep gehad, Jujuup genaamd - naar een toen gangbaar soort dropjes. Dat cabaret was wat maatschappij-kritischer.
Ook daarna zijn Jaap en Aat samen teksten blijven schrijven. Jaap heeft zelfs liedjes gemaakt met onder anderen Cees Stolk en Eddy Ouwens. Sommige van die liedjes hebben de plaat gehaald, het meeste was voor de vergeetput. De plek waar uiteindelijk alles belandt.
 


 
Intro
Boeléro
Nicky Noble
Jimmy White
The Valentina's
De Cavelli's
Jossy & Josino
John van Raaij
Cabaret Confetti & De Confetti Stars
Elckerlijc